Signalen voor dementie

Dementie ontstaat niet ‘plotseling’. Vaak zijn er eerst signalen, zoals geheugenproblemen, ander gedrag, depressieve gevoelens of karakterveranderingen. Deze signalen van dementie wisselen per persoon én per ziekte. De mensen in iemands directe omgeving merken meestal dat er iets aan de hand is. We noemen dit het ‘niet-pluis-gevoel’.

Wanneer is actie noodzakelijk bij signalen van dementie?

Als:

- er meerdere signalen zijn (zie onderstaande overzicht met signalen)
- de signalen zich regelmatig voordoen
- u het gevoel heeft dat er iets niet klopt; het ‘niet-pluis-gevoel’

Wat kunt u doen bij signalen van dementie?

- Probeer in gesprek te komen met de persoon zelf of andere naasten
- Bespreek uw zorgen met mensen in uw omgeving
- Bel met uw huisarts

Signalen die kunnen wijzen op dementie:

1. Geheugenproblemen

- Steeds hetzelfde vertellen
- Niet weten welk(e) dag, maand of jaar het is
- De weg kwijt zijn in een bekende omgeving
- Regelmatig afspraken vergeten
- Vergeten wat net is gebeurd of gezegd
- Moeite hebben om bekende mensen te herkennen

2. Problemen met taal

- Niet op woorden kunnen komen
- Woorden niet (meer) begrijpen
- De draad verliezen in een gesprek

 3. Verstoord dag- en nachtritme

- Dag en nacht omdraaien
- Overdag veel slapen en tot niets meer komen
- ’s Nachts onrustig zijn, vaak uit bed gaan en ongebruikelijke dingen doen

 4. Minder goed voor zichzelf zorgen

- Er onverzorgd uitzien (vuile kleren, niet wassen of scheren)
- Niet genoeg of juist heel veel eten
- Rommel en vuil in huis, bedorven eten in de koelkast
- Moeite hebben met aan- en uitkleden, terwijl dit eerder geen probleem was

5. Verandering in gedrag of stemming

- Het probleem ontkennen
- Wantrouwig en achterdochtig zijn
- Angstig of onzeker zijn
- Snel boos of opstandig zijn
- Somber of erg in zichzelf gekeerd zijn
- Zich ongepast of zonder gevoel van schaamte gedragen