Erfelijkheid en dementie

Bij familieleden van mensen met dementie leeft soms de vraag: ‘Zou het erfelijk zijn?’. Erfelijkheid en dementie is een ingewikkeld vraagstuk. Dementie is in de meeste gevallen niet erfelijk. Het is wel een ziekte die veel voorkomt: bij twintig procent van de mensen boven de tachtig jaar.

Er zijn risicofactoren waardoor de kans op dementie groter wordt: leeftijd, roken en ongezonde leefstijl, chronische lichamelijke ziektes zoals bijvoorbeeld diabetes (suikerziekte) en hart- en vaatziekten. Bij sommige vormen van dementie speelt erfelijkheid een grotere rol. Bij enkele families in Nederland is er sprake van een erfelijke vorm van dementie. Een afwijkend gen veroorzaakt bij hen de dementie. Mensen met dit afwijkende gen worden op jongere leeftijd getroffen door de ziekte.

Er wordt veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar erfelijkheid van de verschillende vormen van dementie. De afgelopen jaren zijn de technieken om DNA – de  dragers van onze genen – te onderzoeken enorm verbeterd en tegelijkertijd ook veel betaalbaarder geworden. Dankzij deze ontwikkelingen is het onderzoek naar genetische oorzaken van (hersen)ziekten in een stroomversnelling geraakt.

Bijzonder is dat onderzoek naar erfelijkheid van dementie zich juist niet alleen richt op mensen die dementie hebben, maar ook op gezonde ouderen. Het DNA kan beschouwd worden als een voor ieder individu persoonlijke combinatie van letters. Drie miljard letters worden ontvangen van de vader en drie miljard van de moeder. Het DNA van gezonde hoog bejaarde mensen zonder dementie, wordt vergeleken met het DNA van mensen met dementie. Zo wordt geprobeerd om genetische varianten op te sporen, die beschermend zijn voor dementie. Zo proberen de onderzoekers er achter te komen welke mechanismen (chemische processen) er voor zorgen dat hersenen gezond blijven. Het uiteindelijke doel is om medicatie te ontwikkelen, die deze chemische processen nabootsen, waardoor de kans op het ontwikkelen van dementie wordt verkleind. Een deel van dit onderzoek gebeurt door bloedonderzoek. Een ander deel door hersenweefsel met elkaar te vergelijken van overledenen met en zonder dementie. Dit wetenschappelijk onderzoek is een zeer langdurig proces.

Naast deze wetenschappelijke verkenning van erfelijkheid bij dementie levert dit onderwerp ethische, maar ook financieel-juridische vragen op. Wil je als kind van een ouder met dementie wel weten of je zelf drager bent en vergrote kans op dementie hebt? Deze wetenschap kan van invloed zijn op allerlei beslissingen en keuzes in het leven. Ook kan dit van invloed zijn op het kunnen afsluiten van een hypotheek en levens- en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen.

Bij vragen over de mogelijke erfelijkheid bij de dementie van uw partner of familielid kunt u contact leggen met uw casemanager, huisarts of specialist. Zo kunt u doorverwezen worden naar een polikliniek Klinische Genetica waar ze naast onderzoek, ook ingaan op de consequenties van het onderzoek.